Wijziging van premiegrondslagen voor de sociale verzekeringen in Duitsland

28.11.2022

De maximumpremiegrondslagen voor bepaalde sociale verzekeringen in Duitsland wijzigen per 1 januari 2023.

De maximumpremiegrondslag voor de wettelijke zorgverzekering zal dan EUR 66.600 bruto (oude deelstaten) dan wel EUR 59.850 bruto (nieuwe deelstaten) per jaar bedragen. Dat komt overeen met een maandloon van EUR 5.550,- (oude deelstaten) dan wel EUR 4.987,50 (nieuwe deelstaten). De maximumpremiegrondslag voor de wettelijke pensioenverzekering zal vanaf 1 januari 2023 EUR 87.600 (oude deelstaten) dan wel EUR 85.200 (nieuwe deelstaten) bedragen. Dat komt overeen met een maandloon van EUR 7.300 (oude deelstaten) dan wel EUR 7.100 (nieuwe deelstaten).

De premiepercentages voor de sociale verzekeringen blijven daarentegen gedeeltelijk gelijk aan 2022, worden hoger of worden lager. Ongewijzigd blijven de percentages voor de wettelijke pensioenverzekering (18,6% van de premiegrondslag) en de buitengewone zorgverzekering (“Pflegeversicherung”) (3,05% voor werknemers met kinderen en 3,4% voor werknemers zonder kinderen). Het premiepercentage voor de werkeloosheidsverzekering wordt lichtelijk verhoogd en wel naar 2,6% (was 2,4%). De bijdrage voor de faillissementsuitkering wordt daarentegen iets lager: vanaf 1 januari 2023 zal dat 0,06% zijn (was 0,09%). De bijdragen voor de wettelijke ongevallenverzekering 2023 die eenmaal jaarlijks aan de werkgever worden gefactureerd, staan nog niet vast. Dat hangt samen met feit dat deze bijdragen worden bepaald aan de hand van de uitkeringen die de desbetreffende verzekeraar moet verstrekken.

Helft van premies voor rekening van werkgever, andere helft voor werknemer

De premies voor sociale verzekeringen worden over het algemeen voor de ene helft door de werknemer en voor de andere helft door de werkgever gedragen. Er zijn echter uitzonderingen op dit beginsel. De toeslag voor kinderloze werknemers in de buitengewone zorgverzekering bijvoorbeeld wordt door de werknemer gedragen, terwijl de bijdrage voor de faillissementsuitkering en de bijdrage voor de wettelijke ongevallenverzekering door de werkgever worden gedragen.

Uitzonderingen van sociale verzekeringsplicht

Bepaalde arbeidsovereenkomsten kunnen naar Duits recht in beperkte omvang van de sociale verzekeringsplicht uitgezonderd zijn. Dat betreft vooral de zogeheten minijobber, d.w.z. werknemers, waarvan het loon onder een bepaald bedrag ligt dan wel werknemers die slechts voor korte duur werkzaam zijn. De loongrens voor minijobbers is per 1 oktober 2022 verhoogd naar EUR 520 bruto per maand (was EUR 450). Wie niet meer dan EUR 520 bruto per maand verdient, kan voor een vrijstelling in de wettelijke pensioenverzekering kiezen. Voor minijobbers geldt er bovendien geen bijdrageverplichting aan andere sociale verzekeringen: die draagt de werkgever (31,28% als de werkgever een onderneming is en 14,79% als de werkgever een particulier is).

Met oog op inflatie mogelijkheid voor extra premie

Zoals eerder bericht, is per 1 oktober 2022 het Duitse wettelijk minimumuurloon verhoogd naar EUR 12 bruto per uur. Voor 2023 zijn er geen verdere verhogingen van het minimumuurloon gepland. Met het oog op de inflatie mogen werkgevers echter sinds 26 oktober 2022 tot en met 31 december 2024 aan hun werknemers een premie van maximaal EUR 3.000 betalen, waarover geen sociale premies en geen loonbelasting hoeven te worden afgedragen. Werknemers hebben geen recht op de premie; het is een optie voor werkgevers. Wat niet mogelijk is, is om loon dat aan loonheffingen onderhevig zou zijn, bijvoorbeeld een bonus, in te ruilen tegen de premie. De Duitse regering heeft daarnaast wijzigingen van de fiscale regelgeving en andere regelgeving aangekondigd om een compensatie voor de inflatie te bieden.

DNHK, Ulrike Tudyka
Foto: Adobe Stock