Negen batterijcelfabrieken met een jaarlijkse batterijoutput van 250 gigawattuur en die goed zijn voor zo’n 100.000 banen. In 2030 moet dat de realiteit zijn. Duitsland timmert hard aan de weg als het gaat om batterijcelproductie. Dat merken inmiddels ook de recyclebedrijven die de batterijen zo goed mogelijk willen verwerken.
De sterk toegenomen belangstelling van kopers voor elektrische auto's stimuleert de vraag naar batterijen. Naast de bekende projecten van Tesla en de Chinese fabrikant CATL, wil ook Volkswagen tegen het einde van het decennium zes gigafabrieken bouwen voor de productie van batterijcellen in Europa, die voor minstens 1.500 banen moeten zorgen. Zeventig procent van de verkochte VW-voertuigen moet in 2030 elektrisch aangedreven zijn, zo is het doel. Ook andere merken, zoals Audi en Porsche, vergroten hun aandeel in elektrische voertuigen.
De voertuigen hebben echter net zo min als de batterijen het eeuwige leven. Dankzij prototypes en pre-productievoertuigen doet de recyclingindustrie nu al ervaring op in de verwerking van grote hoeveelheden tractiebatterijen. De verwachting was dat de grootschalige batterijverwerking pas over acht tot tien jaar zou komen. Een kleiner deel van de batterijen komt van terugroepacties en ongevallen.
Recycling batterij goed voor economie en ecologie
Een functionele maar verzwakte batterij hergebruiken is zowel economisch als ecologisch zinvol. "Een lange levensduur van de batterij is cruciaal bij het minimaliseren van de milieueffecten", aldus het Duitse Umweltbundesamt (milieuagentschap). Daarom moet de batterij bij voorkeur een tweede leven krijgen als energieopslagmedium.
Alle Duitse fabrikanten werken momenteel aan de recycleerbaarheid van hun batterijen en zijn bezig hun eigen analyse-expertise op te bouwen. Volkswagen heeft in Salzgitter als proefproject een recyclingfabriek opgestart. De daar opgedane ervaring moet worden verwerkt in de ontwikkeling van nieuwe batterijsystemen om de ontmanteling in de toekomst verder te vergemakkelijken, met behoud van het veiligheidsniveau.
Bron: Handelsblatt