Op 1 januari 2023 waren er in Nederland meer dan 84.000 online winkels - en daarmee voor het eerst meer webwinkels dan fysieke winkels. Terwijl het aantal webwinkels ten opzichte van het voorgaande jaar met 4,1 procent steeg, daalde het aantal winkels met 1.600 en bedroeg het ongeveer 82.000. Dit blijkt uit voorlopige cijfers van het Nederlandse Centraal Bureau voor de Statistiek.
In 2021 steeg het aantal fysieke winkels in Nederland tijdelijk naar 83.800. Het lijkt echter te gaan om een kortstondige stijging van winkelvestigingen. De recente cijfers passen bij de neerwaartse trend die in 2010 begon. Webshops daarentegen blijven goed groeien. Sinds de pandemie hebben online winkels voor voedingsmiddelen en drogisterijproducten (25,6 procent), huis- en tuinartikelen (26,7 procent) en algemene assortimenten (32,3 procent) gemiddeld de sterkste jaarlijkse groei doorgemaakt, terwijl het aantal supermarkten het sterkst is gestegen.
De meeste winkels verkopen kleding
Kledingwinkels zijn de meest voorkomende winkels in Nederland (13.300). Maar ook hier daalde het aantal fysieke winkels licht, met 16,2 procent. Daarna volgen winkels voor diverse huishoudelijke artikelen (6.500 winkels) en supermarkten (6.400 winkels). Het aantal fysieke speelgoedwinkels is echter gegroeid. Dit jaar zijn er meer dan vorig jaar (plus 4,1 procent). Hierdoor zijn er in Nederland weer net zoveel speelgoedwinkels als voor de coronapandemie.
De grootste stijging van het aantal fysieke winkels vond plaats in de Zuid-Nederlandse gemeente Baarle-Nassau
Met een toename van 10,9 procent vergeleken met het voorgaande jaar. Van de 20 gemeenten met de meeste inwoners zagen Zoetermeer en Arnhem dit jaar de grootste toename van winkels ten opzichte van het voorgaande jaar.