Op dag 2 van het staatsbezoek stond het Hydrogen Symposium centraal. Daarbij ging het vooral over de samenwerking tussen Duitsland en Nederland, waarbij elk land zijn expertise inzet om gezamenlijk succesvol de energietransitie aan te gaan op het gebied van waterstof.
VNO-NCW voorzitter Ingrid Thijssen opende het symposium. Ze blikte terug op de jaren zestig toen het Groninger gasveld ontdekt werd waar zowel Nederland als Duitsland van profiteerde. “Das war einmal”, sluit ze haar inleiding af. Nu is het de beurt aan waterstof. “We hebben de gaspijpleidingen, de lege gasruimtes onder de grond en de operationele windparken. Deze middelen moeten we gaan inzetten voor duurzame energie.” Thijssen ziet waterstof niet alleen als een van de oplossingen voor het terugdringen van CO2-uitstoot, maar ook als een middel dat kan bijdragen aan de economie, bijvoorbeeld door het creëren van werkgelegenheid. “Maar verandering is nooit makkelijk. Dit is niet zoiets als een mens naar de maan brengen, maar eerder een heleboel mensen naar mars.” Europa moet daarom samenwerken en een interne markt opzetten. Duitsland en Nederland moeten een grensoverschrijdend netwerk aanleggen om gezamenlijk blauwe en groene waterstof te produceren.
Dr. Stefan Kaufmann, Innovation Commissioner Green Hydrogen bij het Duitse ministerie van educatie en onderzoek, sprak onder andere over de uitbreiding van windparken als belangrijke eerste stap. “Wanneer we hierop inzetten, kunnen we bouwen op een belangrijke energiebron.” Kaufmann ziet groene waterstof als de kans van de eeuw en Duitsland als voorloper in waterstofoplossingen. “Maar voor succes moeten we samenwerken”, betoont ook hij. “Zowel de Duitse als de Nederlandse regering neemt initiatieven om een sterk, Europees netwerk neer te zetten. Het doel: niet alleen obstakels verwijderen, maar de weg vrij maken om de mogelijkheden voor waterstof volledig uit te rollen.”
De haven in Rotterdam is een belangrijke schakel in het waterstofnetwerk. “Als haven investeren wij in transportmogelijkheden voor het vervoeren van waterstof naar bijvoorbeeld de deelstaat Noordrijn-Westfalen, maar ook verder naar het achterland”, zo sprak Allard Castelein, CEO van het Havenbedrijf Rotterdam. “De ontwikkelingen op gebied van waterstof gaan razendsnel en wij zijn in gesprek met landen wereldwijd om te kijken hoe wij hieraan kunnen bijdragen.” Als groot voordeel noemt Castelein het feit dat waterstof overal te wereld geproduceerd kan worden. “We willen nu de nodige stappen nemen die nodig zijn voor het transport en gaan er vanuit dat er in 2030 een significante vraag naar waterstof zal zijn. Zowel landelijk als wereldwijd.”
Transport van waterstof
Tijdens de panelgesprekken werd er gediscussieerd over het transport van waterstof en over onderzoek en innovatie. Volgens dr. Arnd Köfler, CTO van thyssenkrupp Steel Europe moet de wereldwijde waterstofeconomie nu beginnen. “Er zijn al veel plannen, die moeten we inzetten.” Han Fennema, CEO van GasUnie, benadrukte dat de bestaande gaspijpleidingen gebruikt kunnen worden voor waterstof. Volgens Stefan Dohler, CEO EWE, ligt de uitdaging vooral in het feit dat duurzame energie niet altijd voorradig is. “De wind waait niet constant en de zon schijnt niet altijd. We moeten ons daarom ook richten op opslag.” Dohler zegt dat we vooral moeten kijken naar het complete beeld en ons niet te veel focussen op de afzonderlijke puzzelstukjes.
Onderzoek en innovatie
“Voor de productie van waterstof is veel water en biomassa nodig”, aldus prof. dr. Matthias Wesseling, vicerector van de Rheinisch-Westfälische Technische Hochschule (‘TU’ ) in Aken. “Maar ons oppervlaktewater is beperkt, mede door steeds vaker voorkomende droogtes”. Volgens Wesseling moeten we daarom kijken naar recyclebaar water, duurzame biomassa en duurzame energie.” Prof. dr. Richard van de Sanden, scientific director bij het Eindhoven Institute for Renewable Energy Systems legt uit dat er ongelofelijk veel waterstof geproduceerd zal moeten worden. “Dat is ook een reden om samen te werken. En we moeten investeren in het opleiden van talenten om de kennis over waterstof verder uit te breiden.” Katja Baumann, managing director bij MARIKO voegde toe dat informatie over duurzaamheid en waterstof toegankelijk moet zijn voor ondernemingen. “Breng de professor en het bedrijf samen”, aldus Baumann.
Panelgesprek Shell en Siemens
Marjan van Loon, president-directeur van Shell Nederland en Andreas Nauen, CEO Siemens Gamesa Renewable Energy spraken over de mogelijkheden voor Europa en het belang van samenwerking. “We hebben al grote projecten lopen zoals het NorthH2”, legt Marjan van Loon uit. “Maar we hebben meer van dit soort windparken nodig. En samenwerking is uiteraard onmisbaar – ook energiesystemen stoppen niet bij de grens”, aldus Van Loon. Andreas Nauen beaamde dat en voegde toe dat er vanwege de grote vraag en productie veel banen zullen ontstaan.
Keynotesprekers voor het koninklijk paar
Na de panelgesprekken arriveerde het koningspaar bij het symposium en werden welkom geheten door Peter Adrian, president DIHK. Peter Altmaier, minister Economische Zaken en Energie en Mona Keijzer, staatssecretaris Economische Zaken en Klimaat gaven een keynote speech over het thema waterstof. Daarnaast konden de koning en de koningin net als de andere deelnemers via een virtual reality bril de nieuwste waterstof-projecten bewonderen. BDI-president prof. dr. Siegried Russwurm sloot het evenement af.