Er wordt veel gesproken over de mobiliteitstransitie. Maar ondanks alle discussies houden de Duitsers tot nu toe stevig vast aan hun eigen auto – carsharing is zelfs in grote steden nog een niche.
Dat blijkt uit een studie van het CAR-instituut van de Universiteit van Duisburg-Essen. Volgens Ferdinand Dudenhöffer, die het onderzoek leidde, hebben de aanbieders van carsharing een matig succes. Het aantal beschikbare carsharing-voertuigen in Duitsland komt neer op zo’n 20.200 stuk. Dit is een aandeel van 0,04 procent van alle personenwagens.
Aantal privéauto’s blijft stijgen, zelfs in grote steden
Het aantal auto's in grote steden blijft langzaam stijgen en van alternatieve mogelijkheden zoals carsharing wordt nog weinig gebruik gemaakt. In 2019 was het autobezit per duizend inwoners 567 auto’s. Tien jaar geleden waren het 504 auto’s per duizend inwoners in Duitsland.
Ook in de agglomeraties neemt het aantal geregistreerde auto's toe, hoewel het openbaar vervoer in deze regio’s goed is. Vooral in München, Hannover, Leipzig, Braunschweig en Düsseldorf, groeide het aantal geregistreerde auto's in de afgelopen tien jaar - sterker dan het Duitse gemiddelde van veertien procent.
Carsharing nog een niche
Het landelijke carsharing verband brengt een ander geluid uit. Gunnar Nehrke, directeur van het verband, vertelt dat carsharing al jaren een groeimarkt is. In het hele land heeft slechts drie procent van de inwoners van zestien jaar en ouder de mogelijkheid om een auto te delen, maar in steden als Hamburg en Berlijn neemt zestien procent al deel aan het programma. "Hier zijn de eerste tekenen dat carsharing zijn niche verlaat," aldus Nehrke.
Hij benadrukt dat politici en industrie al decennialang privéauto's en bedrijfsauto's met enorme marketingbudgetten promoten. "Autobezit is voor veel Duitsers de mobiliteitsoplossing bij uitstek geworden". Daarom eist de vereniging dat de Duitse overheid, de deelstaten en de lokale overheden eindelijk het landelijke aanbod van carpooldiensten stimuleren.
Bron: Universität Duisburg-Essen