Duitsland moet focus houden op klimaatbescherming. Daarom komt de regering met pijlers voor het klimaatbeschermingsprogramma 2030.
Voor vervoer, industrie, landbouw, gebouwen en andere sectoren zullen de jaarlijkse CO2-budgetten worden verankerd in een klimaatbeschermingsprogramma dat gebaseerd is op de doelstellingen die zijn overeengekomen in het Klimaatbeschermingsplan 2050.
De nota met pijlers voor het klimaatbeschermingsprogramma telt 22 pagina's waarin de top van de zwart-rode coalitie het op 20 september 2019 eens is geworden. Het klimaatkabinet wordt een permanente instelling die jaarlijks de impact en de efficiëntie van de klimaatbeschermingsmaatregelen onderzoekt. Het programma bestaat uit vier elementen voor de concrete vermindering van de CO2-uitstoot:
- Ondersteuningsprogramma's en stimulansen voor CO2-besparing. Door deze maatregelen zorgt de Duitse regering ervoor dat CO2-reductie economisch, sociaal en financieel haalbaar is. In het kader van de aanloopfinanciering zullen alle subsidieprogramma's tot uiterlijk 2030 lopen.
- Het tweede element is de prijsstelling van CO2, die economisch efficiënte innovaties en het vermijden van CO2-emissies stimuleert. Alle extra inkomsten uit de CO2 -prijsstelling worden opnieuw geïnvesteerd in maatregelen ter bevordering van de bescherming van het klimaat.
- Het derde element gaat over de lastenverlichting ter compensatie van extra investeringen.
- Het vierde element bestaat uit regelgevende maatregelen die uiterlijk in 2030 een grotere impact zullen hebben.
Een externe groep van deskundigen begeleidt de nodige werkzaamheden hiervoor. Als een bepaald gebied zijn doelstellingen niet haalt, moet de verantwoordelijke minister binnen drie maanden een "spoedprogramma voor het opvolgingsbeheer" voorleggen aan het klimaatkabinet. Op basis hiervan zal het klimaatkabinet bepalen hoe het klimaatbeschermingsprogramma in 2030 zal worden aangepast. Vervolgens wordt ook onderzocht of de jaarlijkse begrotingen moeten worden aangepast – daarover beslist uiteindelijk de overheid.
De vaste verantwoordelijkheid van de ministers, de precieze CO2-budgetten zoals voor vervoer, en een mechanisme voor extra belastingen werden voorgesteld door minister van Milieu Svenja Schulze (SPD).
De onderwerpen energie, betaalbaarheid, mobiliteit en infrastructuur uit het klimaatprogramma worden hieronder kort toegelicht.
Energie
De energiesector zal naar verwachting de uitstoot verminderen tot 183 miljoen ton CO2 in 2030. De sector heeft in de afgelopen jaren al aanzienlijke emissiereducties bereikt. Om de positieve ontwikkeling voort te zetten en te versnellen, zijn er centrale maatregelen gepland: de uitbreiding van hernieuwbare energiebronnen en de vermindering van de kolengestookte elektriciteitsproductie, alsook de verhoging van de energie-efficiëntie. De energiesector zal zo een totale vermindering van ten minste 83 miljoen ton CO2 bereiken.
De opwekkingscapaciteit van kolengestookte elektriciteitscentrales op de markt moet tegen 2030 zijn teruggebracht tot een totaal van 17 GW en uiterlijk in 2038 volledig zijn afgebouwd. De regering heeft zich tot doel gesteld om tegen 2030 een aandeel van 65 procent hernieuwbare energie in het elektriciteitsverbruik te bereiken. Dit aandeel is nu nog 37,8 procent.
Betaalbaarheid
Een sector-overschrijdende, uniforme prijs voor broeikasgasemissies is economisch de meest kosteneffectieve manier om de klimaatdoelstellingen te bereiken. De Duitse regering gaat daarom nauw samenwerken met de Europese commissie om een pan-Europees certificatenhandelssysteem voor alle sectoren in te voeren. Als eerste stap wordt een gematigde Europese minimumprijs toegevoegd aan het bestaande Europese systeem voor de handel in emissierechten.
De Duitse regering zal vanaf 2021 een CO2-prijsstelling invoeren voor de transport- en verwarmingssector. Het nationale systeem voor de handel in emissierechten heeft betrekking op emissies uit de verbranding van fossiele brandstoffen.
In de eerste plaats wordt een vaste-prijssysteem ingevoerd waarbij certificaten worden verkocht aan de bedrijven die de verwarmingsbrandstoffen en brandstoffen op de markt brengen. Tegelijkertijd wordt een handelsplatform opgezet dat het mogelijk maakt om certificaten te veilen en te verhandelen. Als er in één jaar meer certificaten worden uitgegeven dan overeenkomt met het aantal emissierechten voor Duitsland, moeten deze certificaten worden gekocht door andere Europese lidstaten.
Vanaf 2026 wordt een maximale emissiehoeveelheid vastgesteld, die van jaar tot jaar zal afnemen. In 2026 zal ook de veiling van emissierechten plaatsvinden in een corridor tussen een minimumprijs van 35 euro per ton CO2 en een maximumprijs van 60 euro per ton CO2.
Mobiliteit
In 2030 moeten zeven tot tien miljoen elektrische voertuigen rondrijden. Dat is een van de doelen die de Duitse regering op gebied van mobiliteit heeft gesteld. Om dit doel te bereiken, worden de fiscale voordelen van het elektrisch rijden tot 2030 verlengd. De belasting op elektrische bedrijfswagens met een cataloguswaarde tot 40.000 euro, wordt in de toekomst verlaagd van 0,5 procent tot 0,25 procent. De motorrijtuigenbelasting wordt beter afgestemd op de CO2-uitstoot en er wordt een wet voorgesteld om de motorrijtuigenbelasting voor personenauto's te hervormen, zodat deze een veel sterker stimulerend effect zal hebben bij de aankoop van nieuwe auto's in de categorie van emissiearme of emissievrije ritten. Voor nieuwe registraties vanaf 1 januari 2021 zal de heffingsgrondslag voornamelijk gebaseerd zijn op de CO2-uitstoot per kilometer en zal deze worden verhoogd tot meer dan 95 gCO2/km in twee emissieniveaus.
Oplaadinfrastructuur
De Duitse regering wil de oplaadinfrastructuur uitbreiden en voor iedereen toegankelijker maken. Dit met als doel om te zorgen voor meer acceptatie en toename van elektromobiliteit. Duitsland streeft ernaar de laadinfrastructuur verder uit te breiden tot één miljoen laadpunten in 2030. De uitbreiding zal niet alleen door middel van subsidie worden gerealiseerd. De overheid wil graag in gesprek met autofabrikanten en de energiesector om te kijken wat zij hierin kunnen betekenen. Ook ondernemers zullen worden gestimuleerd om oplaadzuilen te plaatsen. De werknemers kunnen dan bij de werkgever opladen zonder dat daar loonbelasting over betaald moet worden.
Netbeheerders
Netbeheerders zullen zich moeten aanpassen aan de toename van de elektromobiliteit, vooral als er zich pieken voordoen als gevolg van het gelijktijdig opladen. De regering zal daarom goede randvoorwaarden creëren voor de distributienetbeheerders, zodat ze kunnen investeren in intelligentie en controleerbaarheid van de netwerken en om hun netwerken met een vooruitziende blik uit te breiden. Hierdoor kunnen netbeheerders ook het beoogde aantal e-voertuigen van energie voorzien.
Bio-energie
De ontwikkeling van vloeibare en gasvormige brandstoffen uit biomassa en de productie in biogas- en synthese-installaties zullen worden ondersteund om deze op middellange en lange termijn in de vervoerssector te kunnen gebruiken. In de toekomst zal de productie van bio-energie meer gebaseerd zijn op afval en reststoffen. Het is daarom belangrijk dat afval en restmaterialen nog meer en beter worden ingezameld.
Brandstofcellen zullen een belangrijke rol spelen in de mobiliteit van de toekomst, vooral voor vrachtwagens en andere zware voertuigen. De Duitse regering zal randvoorwaarden creëren voor de ontwikkeling en schaalvergroting van de elektrolyse- en raffinageprocessen voor de productie van klimaatneutrale gassen en brandstoffen op basis van elektriciteit. Dit zal het gebruik van klimaatvriendelijke grondstoffen en brandstoffen mogelijk maken, met name in de industrie, de chemische industrie, maar ook in de lucht, de zware industrie en het scheepvaartverkeer. Op middellange en lange termijn moet de op waterstof gebaseerde brandstofceltechnologie ook op grote schaal worden toegepast in de mobiliteitssector. De Duitse regering zal voor het einde van het jaar een nationale waterstofstrategie opstellen. Ook zal een initiatief van de Europese Unie op het gebied van het industriebeleid worden gelanceerd om een efficiënte e-fuelvoorziening te ontwikkelen.
Infrastructuur
Spoorwegen
De regering zal in samenwerking met de Deutsche Bahn (Duitse spoorwegen) tot 2030 in totaal 86 miljard euro investeren om het spoorwegnet te vernieuwen en de efficiëntie van de spoorweginfrastructuur verder te verhogen. De fondsen in de regio’s zullen de komende jaren voortdurend worden verhoogd, wat het regionale openbaar vervoer zal versterken. Het goederenvervoer per spoor zal ook aanzienlijk profiteren van de modernisering en verbetering van de capaciteit op het spoorwegnet. Vervoer per spoor zal bovendien sneller worden tot een goed alternatief voor het wegtransport.
Wegtransport
De aankoop van vrachtwagens met alternatieve, klimaatvriendelijke aandrijfsystemen, waaronder waterstoftechnologieën, wordt ondersteund en de uitbreiding van een op de behoeften afgestemde tank en laadinfrastructuur zullen worden bevorderen. Het is de bedoeling dat tegen 2030 ongeveer een derde van het aantal kilometers in het zware vrachtvervoer over de weg elektrisch is of op elektrisch gebaseerde brandstoffen zal zijn. Om de uitbreiding van de laadinfrastructuur te bevorderen, zal de regering voor het einde van 2019 het Masterplan voor de laadinfrastructuur presenteren.
Details moeten nog uitgewerkt worden
“De plannen zijn er, maar de details moeten nog grotendeels worden uitgewerkt. Bedrijven hebben concrete plannen en zekerheid nodig voor ze beslissingen en investeringen kunnen maken”, vertelt Günter Gülker, directeur van de Duits-Nederlandse Handelskamer (DNHK). “Dit geldt met name voor de vrijstelling op andere punten als tegenhanger van de nieuwe CO2-prijsstelling.”
De toezegging van de regering om de GEE-heffing te verlagen is belangrijk voor de bedrijven. “De geplande verlagingen van de elektriciteitskosten met iets minder dan één procent staan echter in geen verhouding tot de hogere prijzen voor diesel en aardgas”, aldus Gülker. Het klimaatkabinet is het bedrijfsleven ook nog een antwoord schuldig op het feit dat veel ondernemers de CO2-kosten niet kunnen vermijden vanwege het uitblijven van alternatieve technologieën.
Verkeer
De DNHK is van mening dat directe subsidies voor elektrische auto's en de fiscale stimuleringsmaatregelen voor elektrische bedrijfsauto's opnieuw aanzienlijk moeten worden uitgebreid. Om ervoor te zorgen dat de tot tien miljoen e-auto’s tegen 2030 allemaal kunnen worden opgeladen, streeft de regering naar één miljoen openbare oplaadpunten in 2030. Waar niemand oplaadpunten wil bouwen, zouden de netbeheerders verantwoordelijk gemaakt moeten worden.
Energie
Er worden nog weinig uitspraken gedaan over de manier waarop de doelstelling moet worden bereikt. Betere randvoorwaarden voor energiezelfvoorziening zouden een verdere uitbreiding stimuleren, onafhankelijk van de subsidie. Ook de haalbaarheid van de doelstelling van 20 GW offshore is te betwijfelen vanwege de lange plannings- en goedkeuringsprocedures.
De Duitse regering bevestigt dat zij tegen het einde van het jaar een waterstofstrategie zal presenteren en zich ertoe verbindt de productie van batterijcellen in Duitsland te bevorderen. De regering wil ook het onderzoek naar CO2-afvang en -opslag (CCS) opnieuw bevorderen. De regering erkent dat waterstof als energiedrager een overkoepelende strategie vereist. “De hoekstenen voor een baanbrekend klimaatbeschermingspakket ontbreken echter. Het onderwerp CCS opnieuw op de agenda zetten is terecht, aangezien fundamentele broeikasgasbesparingen in de basisindustrieën moeilijk te realiseren zijn”, aldus Gülker.