Eenmaal per jaar worden in Duitsland de bedragen, waarover sociale premies worden geheven, opnieuw vastgesteld. De Duitse regering oriënteert zich daarbij aan de loonontwikkeling. Deze loonontwikkeling hield in 2018 een verhoging van de lonen in van 3,12%, waarbij de lonen in de nieuwe deelstaten met 3,38% zijn gestegen en in de oude deelstaten met 3,06%.
De nieuwe maximumpremiegrondslag voor de algemene wettelijke ouderdomsverzekering en de werkeloosheidsverzekering bedraagt dan vanaf 01 januari 2020 EUR 6.900 per maand in de oude deelstaten en EUR 6.450 in de nieuwe deelstaten. Het percentage van de bijdrage voor de wettelijke ouderdomsverzekering zelf blijft waarschijnlijk ongewijzigd, namelijk 18,6 procent. Bij de werkeloosheidsverzekering staat dit nog niet vast; misschien wordt dit percentage nog eens verlaagd. Momenteel bedraagt het percentage 2,5%. In beide gevallen worden de premies elk voor de helft door de werkgever en door de werknemer gedragen.
De nieuwe maximumpremiegrondslag voor de Duitse zorgverzekeringen zal vanaf 01 januari 2020 EUR 4.687,50 per maand bedragen, zowel in de oude deelstaten als ook in de nieuwe deelstaten. Vanaf een inkomen van EUR 5.212,50 per maand zullen werknemers niet meer verplicht verzekerd in de wettelijke zorgverzekeringen zijn. Zij kunnen voor particuliere zorgverzekeringen kiezen.
De nieuwe bedragen zijn niet alleen van belang voor de hoogte van de sociale premies. Ook in arbeidsrechtelijk opzicht spelen zij een rol. Zo heeft de Duitse cassatierechter in arbeidszaken (Bundesarbeitsgericht) in een arrest van 22 februari 2012 (5 AZR 765/10) eens vastgesteld dat werknemers in beginsel geen recht op beloning van overuren hebben, als hun salaris hoger is dan de premiegrondslag voor de wettelijke pensioenverzekering.
DNHK, Ulrike Tudyka
Bronnen: Bundesministerium für Arbeit und Soziales; Die Bundesregierung; Juris