De aankomende winter, energietekorten en hoge inflatie - het lijken genoeg redenen voor pessimisme. Toch zijn Duitse bedrijven verrassend positief over de toekomst, zo blijkt uit cijfers van verschillende Duitse instituten en economen.
De ondernemersklimaatindex van het in München gevestigde Ifo-Instituut, steeg van 84,5 punten in oktober naar 86,3 punten in november. Het instituut baseert deze gegevens op een enquête die ze hielden onder zo’n 9.000 leidinggevenden. "De recessie zal waarschijnlijk minder diep zijn dan velen hadden verwacht", concludeert Ifo-voorzitter Clemens Fuest.
Volgens de topeconoom zorgen de tot dusver zachte temperaturen, de volle gasopslagfaciliteiten en de bouw van lng-terminals, waarvan dit jaar meerdere in gebruik gaan, voor een lichte opleving van het economische beeld. Uit recente onderzoeksgegevens van de financiële dienstverlener S&P Global blijkt dat de economie in november minder sterk daalde door de afnemende prijsdruk. En daar zijn verschillende redenen voor.
1. Duitsland gaat de winter beter in dan verwacht
Volgens het Duitse statistiekbureau, Destatis, groeide de Duitse economie in het derde kwartaal met 0,4 procent. Dat klinkt misschien niet veel, maar dat is het wel. Want in bijna alle prognoses werd voor de nazomer een krimp in de Duitse economie verwacht.
Dat deze nog uitblijft, is volgens Destatis vooral te danken aan de particuliere consumptie, welke momenteel de belangrijkste pijler voor de economische ontwikkeling in Duitsland lijkt te zijn. Eerder werd verwacht dat veel huishoudens zouden bezuinigen om geld achter te houden voor hoge energierekeningen. Dat lijkt nu nog niet veel te gebeuren. Consumenten geven juist geld uit dat ze tijdens de coronabeperkingen niet uit konden geven. Bijvoorbeeld aan restaurants of cultuur.
2. De daling van de consumptie mogelijk minder groot dan verwacht
Dat de particuliere consumptie nog niet is gedaald, komt waarschijnlijk ook doordat veel mensen de gevolgen van de hoge energieprijzen nog niet voelen. Dat kan in de komende maanden echter veranderen.
Maar zelfs hoge energierekeningen hoeven niet noodzakelijkerwijs te leiden tot een daling van uitgaven. Doorslaggevend zijn de verwachtingen: als consumenten nog slechtere tijden verwachten, zullen zij uit voorzichtigheid hun spaargeld nog meer achterhouden. Dit was vijftig jaar geleden het geval tijdens de oliecrisis.
Het lijkt erop dat het deze keer anders is. De huidige consumentenbarometer van de brancheorganisatie HDE signaleert dat consumenten bereid zijn een ongewoon groot bedrag aan spaargeld uit te geven.
3. De energie-intensieve industrie sleept andere sectoren niet mee naar beneden
Ondanks de hoge energieprijzen is de industrie verrassend robuust. In september konden bedrijven hun productie met 0,6 procent verhogen ten opzichte van de voorgaande maand. En dit ondanks enkele productieonderbrekingen in de energie-intensieve industrie: sectoren als metaal, chemie en glas verlaagden hun productie met 0,9 procent.
Er waren zorgen over dat de energie-intensieve sector de industrie in een neerwaartse spiraal zou kunnen meenemen, maar dat is niet gebeurd. Gedacht werd dat als veel energie-intensieve bedrijven zouden stoppen met de productie van goederen, andere bedrijven ook zonder materiaal zouden komen te zitten en hun productie moeten staken. Tot dusver lijkt dit slechts in geringe mate het geval te zijn, suggereert een studie van het economisch onderzoeksinstituut in Halle (IWH). Volgens de studie zou het de industrie in totaal slechts drie procent omzet kosten als energie-intensieve bedrijven 26 procent gas zouden besparen.
Volgens het IWH zou dit mogelijk zijn omdat veel deelproducten en grondstoffen uit het buitenland zouden kunnen worden ingevoerd. "De Duitse industrie kan veel gas besparen met weinig omzetverlies," zegt Steffen Müller, hoofd van de afdeling structurele verandering en productiviteit van het IWH.
4. Een gastekort is uiterst onwaarschijnlijk
Hoewel Rusland Duitsland al maanden geen aardgas meer heeft geleverd, blijft een gastekort deze winter waarschijnlijk uit. Er komen steeds meer vervangende leveringen per schip in de vorm van vloeibaar aardgas (lng) en de eerste lng-terminal in het Duitse Wilhelmshaven is inmiddels voltooid.
Maar de Duitse gasconsumptie mag dan niet te hoog worden. In de 46e kalenderweek verbruikte de industrie 25 procent minder dan in de voorgaande week, de huishoudens en de handel 17 procent meer. Dit betekent dat Duitsland de besparingsdoelstelling van 20 procent heeft bereikt, gemeten ten opzichte van het gemiddelde verbruik van de jaren 2018 tot en met 2021. Als de trend doorzet, kan er geen gastekort ontstaan. Dit is cruciaal voor de economische ontwikkeling. De gasopslagplaatsen, die nu vol zijn, zijn te klein om op eigen kracht de winter door te komen. Continue leveringen en een lager verbruik zijn nodig.
5. Energieprijzen dalen, inflatie zou eerder kunnen pieken
De afgelopen twee jaar zijn de prijzen die producenten betalen voor bijvoorbeeld grondstoffen en industrieproducten blijven stijgen. Tot nu. In oktober daalden de producentenprijzen voor het eerst sinds mei 2020, met 4,2 procent ten opzichte van september. De daling komt vooral door de dalende energieprijzen. Daardoor kunnen industriële directe verbruikers van energie op korte termijn veel goedkoper produceren.
Bovendien zijn de producentenprijzen waarschijnlijk de belangrijkste voorloper van inflatie. "De verrassend sterke daling van de producentenprijzen zou een voorbode kunnen zijn dat we binnenkort over de piek van de inflatie heen zijn", aldus de Düsseldorfse econoom Jens Südekum. Als de daling van de producentenprijzen wordt doorberekend in de consumentenprijzen, zal ook de particuliere consumptie in de winter minder dalen.
Risico’s blijven
Ondanks alle positieve aanwijzingen zijn de prognoses nog met onzekerheid omgeven. Het risico bestaat dat de Duitse economie sterker en langduriger daalt. Want in tijden van crisis blijft één ding waar: Niets is vandaag zo onzeker als morgen.
Bron: Handelsblatt
Foto: Adobe Stock