Toen in de jaren vijftig in de provincie Groningen aardgas werd ontdekt, ontwikkelde zich van daaruit een van de dichtste gasleidingnetten van Europa. Aardgas was in Nederland net zo hard nodig als in Noordrijn-Westfalen. Gasleidingen zorgden aan beide kanten voor werkgelegenheid en welvaart.
Hier komt een einde aan. De Nederlandse regering stelde het einde van de aardgaswinning vast voor 2029. Vanwege mijnbouwgerelateerde aardbevingen, maar ook voor het halen van de klimaatbeschermingsdoelstellingen. In elk einde schuilt een nieuw begin. Want als honderden kilometers gasleiding droogvallen, komen er leidingen vrij voor groene waterstof. Twee jaar geleden gaf de overheid Gasunie de opdracht om een waterstofnetwerk te plannen. Over vijf jaar zal "HyWay27" grote industriële centra van het land bestrijken en verbinden met de Duitse en Belgische netwerken.
Zo krijgt de regio een voorsprong in de waterstofrace. Vooral industriële bedrijven in de driehoek tussen Rotterdam, Hamburg en Keulen zullen hiervan profiteren. Nergens anders in Europa zijn de omstandigheden beter voor de productie, import en het gebruik van groene waterstof. Bovendien is de nabijgelegen Noordzee geschikt voor offshore windparken, die groene stroom kunnen leveren aan elektrolysers die vervolgens groene waterstof produceren. Daartoe heeft de Nederlandse regering gecombineerde aanbestedingen uitgeschreven voor windmolenparken op zee en afnemers van systeemstroom. RWE won de aanbesteding met een concept voor Hollandse Kust West VII, dat windenergie, elektrolysers en batterijopslag combineert en integreert in het Nederlandse energiesysteem. Duitsland bereidt ook een aanbesteding voor de Noordzee voor, maar loopt nog achter bij de ontwikkeling van waterstofinfrastructuur.
De uitgangssituatie is anders, omdat Duitsers meer nieuwe pijpleidingen voor waterstof moeten aanleggen dan Nederland. En de politiek geeft geen groen licht voor de ombouw van bestaande pijpleidingen. Bovendien is het onduidelijk hoe netbeheerders hun investeringen moeten financieren. Niettemin hebben de beheerders van het langeafstandsgasnet in het netontwikkelingsplan Gas een visie opgesteld voor een Duits H2-startnet in 2030. Dit is waar "H2ercules" komen kijken, het concept van een Duitse "fast track voor waterstof" waartoe OGE en RWE het initiatief hebben genomen. Het is de bedoeling tegen 2030 tot 1 gigawatt elektrolysecapaciteit te installeren op kustlocaties in het noordwesten van Duitsland. Om de daar geproduceerde waterstof te vervoeren naar staalproducenten, chemische bedrijven en raffinaderijen in het westen en zuiden is een 1500 kilometer lang pijpleidingennetwerk gepland, dat Duitsland verbindt met invoerroutes naar Tsjechië, Frankrijk, België, Noorwegen en Nederland. Want Duitsland zal ook in de toekomst een groot deel van zijn energie moeten invoeren – maar dan in de vorm van groene moleculen. Die komen naar Duitsland via pijpleidingen en via importterminals zoals die in Brunsbüttel, waar RWE vanaf 2026 groene ammoniak wil aanlanden.
HyWay27 en H2ercules worden belangrijke puzzelstukken van een pan-Europese waterstofinfrastructuur. In het kader van het European Hydrogen Backbone Initiative bereiden 31 Europese infrastructuurexploitanten momenteel de oprichting van vijf waterstofvoorzieningscorridors voor. Deze helpen de regionale verschillen in vraag en aanbod van waterstof in Europa te compenseren.
En er is nog een aspect dat in het voordeel van de regio speelt: in het noordwesten van Duitsland en in het noorden van Nederland zijn zoutcavernes die momenteel worden gebruikt als opslagfaciliteiten voor aardgas. Ze kunnen worden omgebouwd voor waterstof, zodat ze de pieken en dalen van de waterstofproductie compenseren en voor een gestage aanvoer zorgen. Opslagprojecten zoals "HyStock" in Nederland en de ombouw van de RWE-gasopslag in Gronau-Epe zijn al gepland.
Duitse en Nederlandse bedrijven werken al tientallen jaren nauw samen. Economisch gezien zijn onze landen verbonden door honderden kilometers gaspijpleidingen en de ambitie om een van de meest efficiënte waterstofclusters in Europa tot stand te brengen. De voorwaarden zijn goed. Nu is het zaak de voorsprong in infrastructuur te benutten.