De onverwacht duidelijke overwinning van de rechtspopulist Geert Wilders bij de Tweede Kamerverkiezingen wordt unaniem gezien als een grote, historische verassing. Deze verkiezingsuitslag is echter een uiting van zowel een groeiende ambivalentie in de Nederlandse politiek en samenleving als in de perceptie van Nederland in het buitenland.
Gastcommentaar van Otto Fricke, lid van de Duitse Bondsdag (FDP)
Het beeld van het tolerante, liberale Nederland is sinds 2017 een mythe, waarschuwt historicus en Duitsland-Nederland expert Friso Wielenga. In Duitsland is dit beeld echter nog steeds wijdverbreid dankzij de vorige rechts-liberale regeringen onder Mark Rutte. Dit beeld zal nu massaal veranderen als gevolg van de verkiezingsuitslag, waar de VVD duidelijk haar positie als sterkste fractie verloor aan de PVV van Geert Wilders. Hoewel peilingen zijn opkomst hadden aangegeven, werd zijn overwinning niet in deze mate voorspeld - Wilders won 37 zetels en met 23,6 procent veruit de meeste stemmen. De verkiezingsuitslag is daarmee een historische primeur in Nederland, zowel wat betreft de politieke inhoud als de significante verandering ten opzichte van de voorverkiezingen en de provinciale verkiezingen in maart.
De politieke analyse is echter niet zo eenvoudig als het op het eerste gezicht lijkt: ja, Wilders is een rechtspopulist. Het begrip "rechts" in Duitsland is echter historisch anders dan in Nederland, waar het eerder wordt vertaald als "conservatief". Ook al lijkt de PVV op het eerste gezicht grotendeels overeen te komen met de Duitse AfD, er zijn significante verschillen, bijvoorbeeld wat betreft haar standpunt over Israël en Joodse medeburgers, maar ook over homoseksualiteit. De invloed van het gewapende conflict tussen Israël en de Palestijnen en de indrukwekkende beelden van de pro-Palestijnse demonstraties die ook in Nederland werden gehouden, hebben veel Nederlanders die Israël steunen ertoe gebracht om op Wilders te stemmen. Hij wordt in de Tweede Kamer terecht als Israëls grootste vriend beschouwd.
Wilders zelf verpersoonlijkt deze ambivalentie ook, omdat hij in zijn jonge jaren in een kibboets werkte - waarvan bekend is dat ze politiek democratisch tot linkse georiënteerd zijn - en tegelijkertijd met zijn anti-islamitische positionering en vijandigheid tegenover migratie de kern van rechts bezet. Wilders lost deze tegenstrijdigheid in zoverre op, door de islam niet als een religie maar als een ideologie te zien.
De keuze van de kiezers voor de PVV werd vooral door gevoelens zoals angst gedomineerd, in plaats van waarden en is een uiting van grote onzekerheid. De provinciale verkiezingen in het voorjaar verlaagden waarschijnlijk de drempel om te stemmen op minder gevestigde partijen. De bij die verkiezingen succesvolle BBB overtuigde echter niet in het langere optreden, mede door de vraag wie er premier zou worden. De NSC, een partij die pas in augustus werd opgericht door Omtzigt, een christendemocratische parlementariër van wie wordt aangenomen dat hij leider is, was een ander verhaal. De partij won twintig zetels oftewel 12,8 procent vanaf een staande start.
Het zou echter verkeerd zijn om het allemaal onder proteststemmen te vatten: Wilders toonde zich tijdens de verkiezingscampagne bewust als staatsman en stond open ("Geert Milders") voor allianties. Daarmee presenteerde hij zich onstructiever gepresenteerd dan voorheen. Dit heeft hem waarschijnlijk extra stemmen opgeleverd in de laatste meters. De legitimiteit van het stemmen op de PVV moet ook anders worden beoordeeld dan in Duitsland.
Volgens Wilders zelf was hij zelfs bereid om zijn eerdere focus op anti-islamitische standpunten opzij te zetten voor mogelijke coalitieallianties - een rode lijn die onder andere door VVD-leider Dilan Yesilgöz werd verwoord. De vooruitzichten voor het vormen van een regering zijn daarom ook ambivalent: het zal zeker niet gemakkelijk worden. Twee mogelijkheden lijken denkbaar: een linkse alliantie zonder Wilders met in ieder geval de VVD, NSC en de GL/PvdA alliantie en anderen, of een rechtse alliantie met deelname van de VVD, de BBB en de centrum-christendemocratische nieuwkomerspartij NSC. Dat laatste is waarschijnlijker, in één scenario zelfs met Wilders op de tweede rij en Yesilgöz, die van Turkse afkomst is, als premier. Structureel zijn de meerderheden duidelijk rechts. Er is ook consensus dat het initiatief voor de regeringsvorming bij Wilders ligt.
Dit betekent dat verwacht mag worden dat Nederland zijn positie zal veranderen, met name op het gebied van migratie en Europees beleid, hoewel niet met een nexit. Duitsers en Nederlanders zullen zich dit realiseren.